Partij voor de Kinderen

Reactie van Suzanne Onderdelinden op een artikel van Philip Veerman in de NRC

“De beschaving van een samenleving valt af te meten aan hoe zij omgaat met haar zwakste leden.” Die zwakste leden zijn kinderen, aldus Philip Veerman op 29 november in het NRC. Hij pleit voor een Partij voor de Kinderen en haalt hierbij uit naar de Partij voor de Dieren – immers, sinds wanneer geven we meer om dieren dan om kinderen?

In alle eerlijkheid: de heer Veerman moet misschien zelf uit een sprookje geholpen worden. Hoewel hij ongetwijfeld meer bekend is de historie omtrent dieren- versus kindermishandeling, denk ik niet dat iemand zich zorgen hoeft te maken dat dieren misschien wel beter beschermd worden dan kinderen in dit land. Zij worden niet bij hun moeder weggerukt omdat de melk die hun moeder produceert bestemd is voor de verkoop; er worden geen gruwelijke medische experimenten op hen uitgevoerd (sterker nog: het testen van nieuwe medicijnen op kinderen is überhaupt niet toegestaan) en ze worden al helemaal niet vetgemest en bij de miljoenen geslacht voor hun vlees. Ik verwijt het niemand dat dit nauwelijks te bevatten leed lastig te kwantificeren is: de industrie heeft het goed voor ons verstopt. Maar dat is niet waar ik dit stuk aan wil wijden.

Ik vermoed dat de heer Veerman wellicht de Partij voor de Dieren niet zo goed kent, en dan is de aanname dat het hier gaat om een clubje extremistische veganisten die de prioriteiten verkeerd heeft snel gemaakt. Ik kan me echter niet aan de indruk onttrekken dat als er één partij is die opkomt voor de belangen van kinderen, dit de Partij voor de Dieren is. Het is dan ook ironisch te noemen dat het beeld bij zijn stuk er een is van de recente klimaatstaking. Deze was geïnspireerd op de staking van het Zweedse meisje Greta, een jonge activiste die staakte omdat de overheid klimaatverandering niet serieus neemt. Zij kreeg navolging over de hele wereld, en zo ook in Nederland. Het wekt misschien verbazing dat deze staking juist geïnitieerd was door jonge leden van de Partij voor de Dieren. De Partij voor de Dieren is namelijk de enige partij die het belang van onze aarde en leefomgeving centraal stelt in haar plannen. Niet omdat ze graag willen regeren, of omdat het zo leuk vertoeven is op het Binnenhof, maar omdat als er niet snel iets gebeurt klimaatverandering catastrofale gevolgen zal hebben voor de aarde en ál haar bewoners – volwassenen, kinderen, en vooruit, ook dieren.

Milieuactivisten zijn voor kinderen belangrijker dan ooit, want heel gelukkig word je tenslotte ook niet van een leeggeroofde, onbewoonbare aarde. Een kinderrechtenexpert zou ook moeten gruwen van dit beeld: Artikel 3 van het VN verdrag inzake de rechten van het kind specificeert namelijk dat bij maatregelen betreffende zaken die kinderen aangaan (bijvoorbeeld: de wereld waarin zij de rest van hun leven zullen doorbrengen) hun belangen de eerste overweging vormen – en het gebrek aan prioriteit hiervoor bij de gevestigde partijen is ronduit stuitend.

Niet verder kijken dan de naam van de Partij voor de Dieren is typerend voor een groter probleem. Maar juist die naam staat voor iets groters: dat we er niet meer mee wegkomen om dier en natuur als wegwerpartikelen te behandelen; om immer groei te verwachten in een wereld waar grondstoffen eindig zijn; en om in te teren op de wereld die we door willen geven aan volgende generaties. Ik raad de heer Veerman dan ook aan om eens met open blik in gesprek te gaan met de raadsleden van de Partij voor de Dieren in zijn gemeente. Dan komt hij er wellicht achter dat de partij die hij zoekt, er eigenlijk al is.