Licht voor het oprapen
3 mei 2016, Te Gast artikel Leeuwarden Courant door Sebastiaan Wolswinkel
3 mei is de Werelddag van de Zon. Deze ster, ooit beter bekend als het oog van Ra, of Helios, was voor het overgrote deel van onze geschiedenis het meest imposante object waar wij nietige mensen mee in aanraking kwamen. Het brengt warmte, licht en leven, en wakkert onze fantasie aan. De gevoelens van ontzag waar deze vurige discus ons van doordrong leidden misschien wel tot het fenomeen ‘religie’.
Sindsdien hebben we echter onze eigen Verlichting gehad. We begrijpen dat de zon niets meer is dan een vrij stevig hoopje atomen, en daarmee is de mysterie verdwenen, maar het ontzag niet. Het branden van de zon is geen goocheltruc, waarbij de lol is verdwenen wanneer je het doek optilt. Het verhaal van de zon wordt alleen maar imposanter wanneer je doorziet dat het volgt uit een klein aantal stelregels die de realiteit bepalen:
De waterstofatomen in de kern van de zon staan door het enorme gewicht aan alle kanten onder zulke extreme druk dat ze niet anders kunnen dan fuseren. Wanneer dit gebeurt herordenen de fundamentele deeltjes zich en komt er een deeltje vrij dat zich een foton noemt – ons beter bekend als ‘licht’. De foton begint zich door het dichte plasma te worstelen, en na zo’n 100 millennia mag het resultaat er dan ook wezen: het oppervlakte van de zon is bereikt, en slechts het vacuüm ligt voor hem. Op hetzelfde moment duiken aan alle kanten naast hem meer fotonen op uit het plasma, en die zijn op hun beurt omsingeld. Het totale volume waterstof dat al die tijd geleden fuseerde was zo groot, dat de hele zon straalt. Een golf van licht rimpelt de ruimte in, en wordt onmiddellijk gevolgd door de volgende generatie fotonen, waardoor het licht dat de nabije kosmos overspoelt continu is. De fotonen waar het ons om te doen is hebben nog een reis van 150 miljoen kilometer voor zich waar zij 8 minuten over zullen doen. Ten minste, vanuit ons perspectief. Vanuit hun perspectief is er geen afstand meer te overbruggen en bereiken ze de aarde ogenblikkelijk – ook ruimte en tijd zijn nu eenmaal relatief.
Hiermee hoeft het verhaal echter nog niet op te houden. Het licht dat de aarde raakt is goed voor ongeveer 1 kW/m2. Dat betekent dat we met een totaal oppervlak ter grootte van het kleine Israël in al ‘s werelds energiebehoefte kunnen voorzien zonder fossiele brandstoffen, en de desastreuze gevolgen die met hun gebruik gepaard gaan. Deze fotonen begonnen 100.000 jaar geleden een missie om ons te redden. Wij hoeven slechts de panelen te plaatsen voor een gezonde wereld met goedkope energie. Wat een verhaal zou dat zijn.
Het verhaal wordt steeds geloofwaardiger. Nu al is zonne-energie in veel landen (o.a. Brazilië, Australië & de VS) goedkoper dan energie uit fossiele brandstoffen, en dat betekent dat een alsmaar groeiend deel van de wereld ook economische redenen heeft om de overstap van zwart naar groen te maken: helaas toch de doorslaggevende factor in onze maatschappij. Wat dit voor Nederland betekent, is dat vasthouden aan fossiel nu ook een stommiteit is in de taal die onze beleidsmakers begrijpen. Zelfs zij kunnen zich voortaan misschien vinden in de wens om onze thuisplaneet te behouden. Ik hoop het, want er moet iets veranderen. PINK! heeft genoeg van hun incompetentie, en voortaan gaan we dat duidelijker maken.