Interview met Ines Kostic
Super dat je mee wilt werken aan het interview. Zou je om te beginnen iets over jezelf willen vertellen?
“Iets” over mezelf vertellen… Dat is een zeer open vraag. (; OK, laat ik beginnen wat ik waardevol vind: het ‘omdenken’, mensen alledaagse zaken vanuit een ander perspectief laten benaderen. Perspectieven uitwisselen voedt begrip en leidt tot betere oplossingen.
Ik ben geboren in Bosnië Herzegovina en heb daar 10 jaar gewoond. Daar heb ik de oorlog meegemaakt. Mijn ervaringen in die oorlog maakten dat ik overtuigd werd van het grote belang van het waarborgen van diversiteit en dialoog. Ik kom uit een multi-etnisch gezin, met Kroaten, Serviërs en Bosniakken. We hebben in onze familie orthodoxen, katholieken, moslims, communisten, kapitalisten, atheïsten (in dat laatste hokje mag je mij ook plaatsen). Deze hele diverse familie heeft zich niet door de exclusieve denkers (zie beneden) uit elkaar laten drijven, maar heeft uit diversiteit kracht weten te putten om de oorlog te overleven. We leerden van elkaar, beschermden elkaar en onze buren, gedreven door het hokjes-overstijgende gevoel voor mededogen en menselijkheid.
Want uiteindelijk waren het niet de Serviërs, de Kroaten, de Bosniakken, de ‘buitenlanders’ (Verenigde Staten), de gelovigen of hun boeken die de oorlog hadden veroorzaakt, maar een kleine groep egoïstische, machtsgeile nationalisten of zoals ik ze noem: exclusieve denkers. Het waren deze exclusieve denkers die zichzelf (en de groep waartoe ze zeiden te behoren) boven de anderen plaatsten, die hun eigen geconstrueerde cultuur beter verklaarden dan andere. Verschillen tussen de groepen werden verzonnen en bestaande uitvergroot. Mensen werd langzaam geleerd ‘de ander’, vaak letterlijk eigen buren, te vrezen en te wantrouwen. Samenwerking, dialoog, onafhankelijke journalistiek en rechtspraak werden als zwak, partijdig en gevaarlijk voor ‘eigen volk’ bestempeld. Dominant, territoriaal machogedrag werd geprezen.
Ik heb dit soort exclusieve denken nog vaak zien terugkomen in de geschiedenisboeken en in mijn studieboeken over internationale betrekkingen en politiek: het heeft ons nooit iets goeds gebracht. En toch zie ik het nu weer langzaam de overhand nemen, zelfs in Nederland. Het inclusieve denken, het waarborgen van dialoog en diversiteit, het over geconstrueerde grenzen heen denken is het enige tegengif, zo heb ik in de oorlog geleerd. En dat tegengif is iets waar ik mijn hele leven in zal blijven investeren.
O ja, verder vind ik fotograferen, films (fictie en documentaires) en allerlei spelletjes (van bordspellen en computergames tot voetballen, tennissen en basketballen op een pleintje) fantastisch. Na negen jaar relatie ben ik nog steeds waanzinnig verliefd op mij vriendin, een vrouw die ik na mijn oma’s en opa’s het meest bewonder. Ik kan lekker veganistisch koken en heb een gezonde voorliefde voor alcohol (de beste filosofen bevonden zich in een bijna constante staat van beschonkenheid). Ik maak fouten en dat geef ik uiteindelijk toe.
Je staat namens de Partij voor de Dieren op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen! Kun je vertellen hoe dat zo is gekomen?
Eigenlijk heb ik altijd geweigerd mij aan te sluiten bij een politieke partij. Er was te vaak sprake van denken in loze, verouderde dichotomieën en kernidealen werden de prullenbak in gegooid als dat nodig was om een extra zetel te winnen of aan de macht te blijven. Compromissen kan ik hier en daar zeker waarderen, maar wat mij betreft voeg je als partij niets meer toe als je keer op keer je kernidealen – dat wat je echt onderscheidt en wat je belangrijk vindt- kapot onderhandelt: zo gaan er dertien in een dozijn. De PvdD kwam voor het eerst met een grensoverstijgende, planeetbrede visie, die in staat was om – al dan niet schijnbare tegenstellingen – te overbruggen en om verbanden te tonen die anderen niet snel zien. Een partij die letterlijk over landsgrenzen heen steeg en een transnationale beweging aanmoedigde. Voor mij was dat een verademing.
Maar om eerlijk te zijn heeft het wel even geduurd voordat ik open stond voor de partij en uiteindelijk het partijprogramma had gelezen. Toen de partij net opkwam at ik nog dieren. Ik werd omringd door een systeem dat dieren zag als producten. Ik hecht grote waarde aan wetenschap en op wetenschap gebaseerd beleid. Maar wetenschap loopt behoorlijk achter wat kennis over dieren en hun belevingswereld betreft en dat was zeker een aantal jaar geleden het geval. Ik weet nog dat er op mijn universiteit een consensus bestond onder de aanwezige cognitieve wetenschappers en professoren: dieren hebben niet de hogere cognitieve vaardigheden die wij als mensen wel hebben, dus kunnen ze geen pijn lijden. Dat maakte in hun ogen bijvoorbeeld dierproeven volledig rechtvaardig en moreel verantwoord. Ik had toen nog nooit een huisdier gehad en mijn contact met dieren beperkte zich tot een toevallige botsing met een stadsduif. En toen hoorde ik dus van de Partij voor de Dieren. Nou ja, je zult begrijpen dat ik daar in eerste instantie nog raar van opkeek.
Eigenlijk hebben mijn twee eerste en huidige huisdieren, mijn twee katten, mijn ogen echt geopend. En mijn vriendin een beetje. Zij was toen vegetariër (nu veganist), maar probeerde me nooit te overtuigen om haar te vergezellen. Wel wilde ze héél graag katten en ze wist me uiteindelijk te overtuigen om twee kittens uit het asiel ‘op proef’ in huis te nemen. Als mij dat echt niet zou bevallen, dan zou zij ze terugbrengen. De twee kittens hadden binnen twee weken mijn hart veroverd. Hoe langer ik ze observeerde, hoe meer ik besefte dat ze veel intelligentere wezens waren dan ik had verwacht. Wezens met een eigen persoonlijkheid en belevingswereld. Ik zou ze nooit kwaad willen doen. Toen ik dat eenmaal besefte, dacht ik na over andere dieren, zoals koeien en varkens. Dieren die ik wekelijks alleen op mijn bord of op mijn boterham zag. Ik ging me verdiepen in de bio-industrie en ontdekte de waanzin van onze omgang met dieren. Het voelde hypocriet en irrationeel dat ik mijn eigen katten wel een liefdevol leven gunde, maar dieren als koeien, kippen, geiten en varkens niet. Toen dat kwartje eenmaal viel, was ik er ook klaar voor om het partijprogramma van de PvdD te lezen. En daar ontdekte ik niet alleen respect voor alle dieren, inclusief de mens, maar een veel bredere visie. Later werd ik actief lid van de PvdD en PINK!.
Dit jaar besloot ik te solliciteren voor een plekje op de PvdD-kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, omdat ik vond dat ik door mijn vrij unieke achtergrond en eigenschappen een goede aanvulling zou zijn voor de partij, maar bovenal omdat ik vond dat er meer dan ooit behoefte was aan dat tegengif (waar ik net over sprak) in de Tweede Kamer.
Op welke manieren heeft jouw tijd bij PINK! je carrière bij de Partij voor de Dieren beïnvloed?
Dat weet ik niet precies. Alles wat ik daarover zou zeggen, zou puur gevoelsmatig zijn. Ik kan zeggen dat ik bij PINK! ideeën heb kunnen uitproberen en uitwisselen met verschillende mensen, waardoor ik o.a. steeds beter weet wat ik echt belangrijk vind in mijn eventuele verdere werk voor de PvdD. Verder heb ik wat betreft mijn PvdD-ambities veel steun gehad van PINK!’ers. Door mijn ervaringen bij PINK! voel ik me nog steeds erg betrokken bij de organisatie en sta ik er altijd voor open om de jongere generatie PINK!’ers te helpen met adviezen, contacten en ideeën.
Waarom heb je voor de Partij voor de Dieren gekozen? En waarom is het belangrijk dat anderen dat ook doen?
Zie antwoord op vraag 1 en 2. Dat tegengif waar ik het over had is cruciaal en dat tegengif wordt grotendeels geboden door de PvdD (ik zal hier en daar wat bij moeten voegen om het recept nog beter te maken, mais bon, daarom sta ik dus op de lijst (; ). We zijn allemaal dieren en we hebben maar één huis, namelijk de aarde. En dat huis hebben we afgelopen eeuwen net iets te lang verwaarloosd, terwijl we ons bezig hebben gehouden met kleinzielige ruzies en uitvergrootte onderlinge verschillen. Samen (met de natuur) zijn we ongelooflijk creatief, innovatief en sterk en samen kunnen we ons huis niet alleen repareren, maar nog beter maken dan het ooit was. Het moet alleen wel heel snel gaan gebeuren.
Op welke manieren ben jij van plan zelf campagne te voeren?
Ik zal vooral focussen op social media en directe contacten met verschillende actoren in de maatschappij: van ondernemers en studenten tot wetenschappers en kunstenaars. Het geheel wil ik een positieve lading meegeven: natuurlijk zijn er grote problemen, maar er liggen ook grote kansen voor het oprapen. Tevens wil ik proberen juist de groepen die niet zo snel naar de stembus gaan te betrekken. Ik wil verbinding en bondgenoten zoeken in onverwachte hoeken. Veranderingen kun je alleen bewerkstellingen als je mensen uit verschillende gemeenschappen erbij betrekt. Zoals de eeuwenoude wijsheid zegt: “Tell me and I forget, show me and I may remember, involve me and I’ll understand”.
Ik zal in de aanloop naar de verkiezingen elk weekend een avond ‘open huis’ bij mij thuis (en af en toe in een café) organiseren, waarbij men de gelegenheid krijgt om heel informeel met mij van gedachten te wisselen. Of gewoon om een strijd hoelahoepen, Twister, schaken of tafelvoetballen (ik sta open voor veel spelletjes) met mij aan te gaan (; Ik ben hoe dan ook een heel ‘benaderbaar’ persoon: mensen kunnen me altijd bellen, e-mailen of een bericht sturen via Facebook. Ik zal niet altijd tijd hebben om een uitgebreid gesprek te voeren, maar ik zal mijn best doen om zo veel mogelijk mensen in ieder geval even te spreken.
Stel dat het gebeurt: je wordt verkozen. Plots moet je al je huidige werk opgeven en naar Den Haag verhuizen. Hoe enthousiast zou je zijn om dit te doen? Denk je dat je er klaar voor zou zijn?
Ik heb me zelden zo klaar gevoeld als nu. De urgentie is er en ik heb de bagage en eigenschappen om deze taak op mij te nemen. En hoe enthousiast ik zou zijn? Ik ga een dansje doen in de Tweede Kamer voor jullie allemaal, zo enthousiast zou ik zijn.
Bovendien is Den Haag een heerlijk diverse, culturele stad, waar ik ongetwijfeld snel mijn draai zou vinden. De hele buurt en iedereen die ik de loop naar de verkiezingen heb gesproken zou dan uitgenodigd worden voor mijn housewarming party in Den Haag. (;
Wat zou jij anders doen dan andere kandidaten voor onze partij? Waarom moeten we jou onze voorkeursstemmen geven?
Laat ik beginnen door te stellen dat we erg veel slimme mensen hebben bij de partij. Ik vergelijk mezelf ook niet met individuele andere kandidaten, maar ik probeer naar het grotere plaatje te kijken. Dan zie ik dat de partij wat kracht mist op gebied van diversiteit en verbinding. Door mijn kennis kan ik helpen om de bredere focus van de partij nog beter uit te werken.
Mijn grootste sterkte is dat ik een zeer sterke intrinsieke motivatie heb (zie vraag 1) om samen met anderen aan een betere wereld te werken. Aan dat tegengif. Ik hoef niet veel geld te verdienen en status zegt me weinig. Ik ben ook niet snel onder de indruk van de ‘doorgewinterde’ politici en ambtenaren, waardoor ik niet snel met mijn mond vol tanden zal staan. In mijn verschillende functies heb ik steeds leiderschap getoond in situaties die daarom vroegen, maar stimuleerde ook samenwerking en andermans initiatieven om ideeën in daden om te zetten.
Een andere sterkte is dat ik een allrounder ben. Dankzij mijn brede interessepakket kan ik mij verschillende dossiers snel eigen maken. Van cyberveiligheid en kunst tot armoede en emancipiatiekwesties. Daarnaast ben ik een ware ‘nieuwsjunkie’ en lees ik regelmatig de nieuwste wetenschappelijke artikelen, wat maakt dat ik veel bronnen heb om uit te putten zonder dat ik daar extra moeite voor moet doen. Mijn academische studies getuigen van mijn brede kennis van het politieke en culturele discours op verschillende niveaus (regionaal, nationaal en internationaal).
Door mijn biculturele achtergrond en mijn oprechte interesse in alle kleuren van de regenboog van het menselijk bestaan, ben ik bovengemiddeld geschikt om bijvoorbeeld ook een deel van andere LHBTQI’ers en biculturelen (jongeren) te enthousiasmeren voor onze idealen. Dat deel van de samenleving wordt grotendeels vergeten door de partij, terwijl daar ook bondgenoten te vinden zijn, mits we een vertaalslag naar hun belevingswereld weten te maken. Het schrikbarende gebrek aan biculturelen tijdens ons congres heeft de noodzaak van zo’n vertaalslag pijnlijk duidelijk gemaakt. We kunnen niet over andere groepen praten, zonder ook vooral mét ze te praten en ze waar toepasselijk een podium te geven.
Die verbindende kracht is mijn andere sterke eigenschap. Mijn filosofie is niet alleen verzenden van informatie, maar actief betrekken van mensen, ook al is het soms maar ad hoc. Bij het organiseren van evenementen – niet alleen voor PINK! en PvdD, maar ook voor mijn werk buiten de politiek – heb ik altijd verschillende actoren met elkaar weten te verbinden op basis van wederkerigheid en (deels) overlappende belangen. Als freelance museumgids weet ik verschillende groepen (van kleuters tot ouderen, van vluchtelingen tot bankiers) op interactieve wijze te betrekken bij hedendaagse kunst en de link te maken met hun belevingswereld en actuele maatschappelijke kwesties. Als COC-vrijwilliger geef ik regelmatig LHBTQI-voorlichtingen op o.a. vmbo-scholen, waarbij ik interactie en dialoog stimuleer. Ik heb ontdekt dat erg veel mensen (vooral ook jongeren) op een positieve manier willen bijdragen aan de wereld, maar ze hebben vaak nog een klein steuntje in de rug nodig om uit te vinden op welke manier zij het beste kunnen bijdragen. En dat verschilt natuurlijk van persoon tot persoon. Mensen hoeven het niet op alle punten met mij of de PvdD eens te zijn: zolang ze maar op een of andere manier willen bijdragen aan een betere toekomst, zie ik ze als potentiële bondgenoten.
Verder wil ik laten zien dat een duurzame, diverse samenleving echt niet alleen iets is voor de stereotype ‘geitenwollensokken’. Daarvoor zoek ik graag bondgenoten die niet alleen deze ‘usual suspects’ vertegenwoordigen. Bondgenoten zoals generaal Middendorp die onlangs verklaarde dat er geen stabiliteit kan zijn zonder klimaatveiligheid. Of kunstenaar en uitvinder Daan Roosegaarde die met het project ‘sustainable dance floor’ laat zien dat duurzaam leven en iets goeds doen voor de wereld ook gewoon heel makkelijk en leuk kan zijn: het project omvat een interactieve dansvloer, die elektriciteit genereert doordat mensen erop dansen. Die elektriciteit wordt vervolgens gebruikt voor het geluid, lichten, e.d. in de discotheek. Een manier om letterlijk al dansend de aarde te redden: prachtig! Zulke positieve oplossingen wil ik stimuleren en meer focus op leggen.
Heb je tips voor leden van PINK! die zelf ook graag willen groeien in de partij?
Ga de politiek alsjeblieft niet in als je ‘groeien in de partij’ vooral gaat zien als carrière maken, alle aandacht op jezelf vestigen, je netwerk uitbreiden en veel geld verdienen. Als je dat wilt, ga dan het bedrijfsleven in: daar valt genoeg te halen. Er zitten nu al te veel mensen in de politiek alleen maar om hun eigen ego te strelen. Ga de politiek dus alleen in als je deze wereld op een of andere manier nog een stukje mooier wilt maken, niet alleen voor jezelf, maar voor ons allemaal. Zie de politiek daarbij vooral als slechts één van de tools om maatschappelijke en wettelijke veranderingen te realiseren en niet als doel an sich.
Als het bovenste goed zit (wat bij PINK!’ers ongetwijfeld het geval zal zijn), dan is het belangrijk om open te blijven van geest en niet bang te zijn je standpunt aan te passen als nieuwe inzichten je daartoe dwingen. Het meest ‘open’ blijf je door oprechte interesse in de verschillende mensen om je heen te tonen. Neem een bijna antropologische fascinatie over voor je medemens. Probeer te begrijpen waarom iemand op een bepaalde manier denkt en zoek verbinding. Vergeet niet dat niemand slechts één identiteit met zich meedraagt: naast een PINK!-er, kan je ook een basketballiefhebber zijn, een muzikant, een schrijver, een Brabander, een Europeaan, een broer, een kok, een student, een Star Wars-fan, een moslim, een hiphopper, een vegan, een LHBTQI’er. Kortom: je draagt allemaal identiteiten met je mee en die kun je prachtig gebruiken om verbinding te zoeken met mensen uit onverwachte hoeken. Gun mensen ook de tijd om nieuwe informatie tot zich te nemen en bepaalde aangeleerde, maar foute aannames, van zich af te schudden.
Ga naar musea waar je anders nooit komt, naar documentaires die je anders nooit ziet, naar buurtfeesten die je anders nooit bezoekt. Op die manier kunnen we ons inlevingsvermogen versterken, ons wereldbeeld verbreden en daarmee onze samenleving als geheel naar een hoger niveau tillen. Zo voorkomen we dat groepen zich gaan ingraven in hun eigen gelijk. Het zal je een mooier mens maken en daarmee ongetwijfeld een plekje bezorgen binnen de PvdD.
Je staat in de Tweede Kamer tijdens een debat over klimaatverandering. Mark Rutte informeert de kamer dat we geen overhaaste beslissingen willen maken met het gevaar onze economische groei te schaden. Jesse Klaver zegt dat we allemaal wat korter moeten douchen en vaker moeten carpoolen. Nu ben jij, je hebt maar weinig spreektijd en moet in een paar zinnen vertellen wat er écht moet gebeuren. Wat zeg je?
Iedereen kent wel ‘ons’ standpunt hierin. Daarom is mijn tactiek om de ‘niet-usual suspects’ erbij te betrekken. Ondernemers en militairen zullen VVD aanspreken. Wetenschappers en kunstenaars Groen Links. Al die groepen zullen ook een snaartje kunnen raken bij D66 en PvdA. Tijdens mijn spreektijd zou ik hele korte boodschappen (klimaat-oneliners) van prominente militairen (zoals generaal Middendorp), ondernemers (zoals Thomas Friedhoff van de VVD Young Professionals, die pleit voor volop inzetten in progressief klimaatbeleid en stellen van kaders door de overheid), etc. kunnen projecteren op de muur van de Tweede Kamer. Of ik laat een geluidsbestand horen waarop deze boodschappen (klimaat-oneliners) zijn opgenomen. Daarna spreek ik zoiets uit:
“Deze boodschappen laten zien dat er niet alleen een grote dreiging uitgaat van klimaatverandering, maar ook grote kansen voor het oprapen liggen; dat geeft ons als volksvertegenwoordigers de plicht om alles in het werk te stellen voor een snelle transitie naar een duurzame toekomst. Als verantwoordelijke overheid, samen met bedrijven, samen met wetenschappers, samen met creatieveling, samen met burgers. Het stellen van heldere en ambitieuze klimaatdoelen zal de urgente transitie naar een duurzame toekomst versnellen. Bedrijven weten dan immers waar ze aan toe zijn en zullen meer durven investeren in duurzame innovaties. Militairen, ondernemers, wetenschappers zijn allemaal klaar voor grote stappen en zijn in de trein naar een duurzame toekomst gestapt. Nu rest nog de vraag: gaan de politici eindelijk mee?”
Marianne Thieme is ontvoerd door een groep prominente CDA’ers die haar naar een onbewoond eiland hebben meegenomen. Jij mag een team van vier PvdD’ers en PINK!’ers samenstellen om samen met jou naar het eiland te gaan en haar te bevrijden. Wie kies je en waarom?
Eigenlijk geef je mij hier onvolledige informatie, waardoor ik nauwelijks een rationeel antwoord kan geven. Maar laat ik niet te moeilijk doen. We hebben veel competente en interessante mensen binnen PvdD en PINK! en namen vind ik meestal irrelevant. Daarom ga ik geen namen noemen, maar vier types kort beschrijven. Mensen mogen zelf bedenken welke naam ze daarop plakken.
In eerste instantie wil ik samen met de rest proberen Marianne van het onbewoonde eiland af te halen, zonder eerst een reis te moeten ondernemen naar het eiland. Scheelt in milieukosten (; Daarom zouden we eerst focussen op het inzetten van de publieke opinie en de opinie van de CDA-achterban als strategie. Het lijkt me voor de hand liggend dat de CDA-achterban zo’n grove en directe schending van de vrijheid van een democratisch gekozen politica hard zou afkeuren. Zelfs als die schending is verricht door mensen uit eigen partij. Bovendien is de CDA’er Arjan Erkel ooit zelf betrokken geweest bij een veelbesproken gijzeling: hij werd in Rusland ontvoerd en bijna twee jaar lang gevangengehouden. Inmiddels is hij terug in Nederland en staat op de kandidatenlijst van het CDA. Arjan en zijn netwerk zouden de ontvoering van Marianne ongetwijfeld een schande vinden en ons PvdD-team zou met Arjan kunnen samenwerken om de CDA-prominenten te overtuigen om Marianne vrij te laten.
De CDA-prominenten betrokken bij de ontvoering zullen hun betrokkenheid ongetwijfeld geheim proberen te houden voor hun achterban en het grote publiek. Om dit misdrijf van CDA-prominenten openbaar te maken zou mijn eerste keuze voor een lid van het PINK!/PvdD-reddingsteam vallen op:
– een ICT’er met capaciteiten om te hacken. Zij/hij zou alle digitale sporen van de ontvoering (planning, onderlinge communicatie, betrokken actoren, reis, betrokken locaties, et cetera) kunnen traceren. Een dreigement om deze sporen te onthullen aan het grote publiek zou in principe voldoende reden moeten zijn voor de CDA-prominenten om Marianne veilig terug naar de Tweede Kamer te brengen. CDA zou immers niet snel van zo’n imagoklap herstellen.
Voor de gesprekken zou ik iemand van de PvdD inzetten die goed ligt bij bijna alle partijen, maar zeker ook het CDA. Een persoon met doorzettingsvermogen en tegelijkertijd diplomatieke skills, die op good will van andere politici kan rekenen.
Mocht dat allemaal om wat voor reden niet werken dan zou ik mijn team aanvullen met nog twee mensen. Aangezien ik nu al behoorlijk lang aan het typen ben om je vragen te beantwoorden, geef ik mezelf het recht om de details over deze twee laatste personen uit ons ‘reddingsteam’ niet prijs te geven. Mochten mensen die het einde van dit interview hebben gehaald (doorzetters!) toch nog waanzinnig benieuwd zijn welke twee mensen ik in het team zou zetten (of misschien vind je jezelf het meest geschikt en wil je alvast solliciteren voor een plek in ons reddingsteam): spreek me gerust aan en kom een drankje met me drinken!