Column veganisme deel 3

06-12-2020 geschreven door Frank Derks

‘Nooit meer honger’ – De tweede wereldoorlog is maar net afgelopen en de volgende mobilisatie begint. Met de verschrikkelijke hongerwinter vers in het geheugen wordt er een nobele missie op touw gezet om een herhaling van ‘44 te voorkomen. Vanaf nu af aan moet er ruim voldoende voedsel aanwezig zijn om elke mond te kunnen voeden. Decennia later is dit principe ontvouwen tot een (inter)nationale stikstofcrisis met alle gevolgen van dien. De consument, boer, supermarktketens en andere belanghebbenden bevinden zich in een Mexican stand-off . Want wie is verantwoordelijk?

“Mensen, laat je niet provoceren vandaag. Laat je niet door een handvol loserige veganisten of dierenactivisten op de kast jagen.” – Henk Bleker (voormalig staatssecretaris van economische zaken, landbouw en innovatie) tijden het boerenprotest in 2019

De mentaliteit van ‘wij tegen zij’ wordt flink aangewakkerd met persoonlijke aanvallen.  Het gaat in tegen de opmars van plantaardige producten die ik in de supermarkt aanschouw. ‘Dat veganisme heeft geen zin, in je eentje krijg je toch niets klaar’ klinkt het weer in mijn gedachten terwijl ik langs de schappen loop. De opkomst van veganisme gaat gestaag en krijgt elk jaar meer momentum.

Partij kiezen
Vol lof wordt de ‘Wij vs zij’ retoriek dus gebruikt om de mensen te verdelen. Gemakkelijk sympathie winnen. De toeschouwers op het Malieveld zijn de ‘winnaars’.

Door onder andere het beleid van het kabinet waar Bleker bij betrokken was is de huidige situatie (stikstofcrisis) ontstaan. Als hij daadwerkelijk de belangen van de sector behartigt zou hij de agrariërs al geconfronteerd hebben met de stand van zaken binnen de sector. De huidige omstandigheden komen niet uit de lucht vallen. Tientallen jaren was het min of meer afwachten op een situatie waar we ons nu in bevinden. Simpelweg de aanpak van de kwestie(s) uitstellen gaat er niet in – al heeft het voor verschillende betrokkenen dusver wel gewerkt.

De uitspraak ‘Van uitstellen komt afstellen’ is nu niet relevant. Het uitkleden van Staatsbosbeheer geeft hoop voor enkeling onder de zogenoemde ‘winnaars’ binnen de landbouwsector. Hoe je het ook bekijkt is het geen optie. Wat het periodieke streven van politiek doet: Herverkiezingen lijken belangrijker dan de onpopulaire maar broodnodige maatregelen die nodig zijn om de branche toekomstbestendig te maken.

Toeschouwer
Het achterland van Nederland (Noord-Brabant), de plek waar ik vandaan kom, is veelal het vertrekpunt van de enorme stoet aan landbouwvoertuigen die zich in het najaar van 2019 naar Den Haag begeven. Ik ben opgegroeid in een rustig dorp, omgeven met natuur, bewoond door gemoedelijke mensen. Een plek geliefd onder toeristen.

Ja, vroeger heb ik vaak op de tractor gezeten. Thuis hebben we zo’n trekpaard van staal. Een McCormick International – ‘mien merk’, daterend uit het tijdperk waar de tractor het paard ging vervangen. Al hebben we geen agrarisch bedrijf. We hebben het geluk dat de machine daadwerkelijk in bezit is. Er zit geen leasecontract aan vast. Geen hypotheek of dure reparaties bij enkel een erkende dealer van een fabrikant die er alles aan doet om een monopolie binnen de agrarische sector te krijgen.

Aan de rand van het dorp waar ik woon beginnen de akkers, vol met mais en zo nu en dan een grote stal die zijn aanwezigheid verraadt door de penetrante geur. Soortgelijke stallen zijn door de jaren heen regelmatig in het nieuws. Stalbrand: Duizenden dieren vinden de dood. Familiebedrijven gaan in rook op en betrokkenen zijn voor het leven getraumatiseerd. Je moet als boer voldoen aan de regels. Daarvoor dien je ontzettend veel geld te investeren. Waarschijnlijk heb je dit er wel voor over maar wat heb je eraan als de wetgeving continue veranderd? Het ene moment dien je noodgedwongen vee te verkopen, als volgt komt de afschaffing van het melkquotum en ben je verplicht meer vee aan te schaffen om mee te gaan in de krankzinnige race van de schaalvergroting. De frustratie is begrijpelijk, gezien de permanente onzekerheid van wetgeving en juridisch onhoudbaar beleid rondom het bestaan als boer.

Gelukkig hebben we ‘Boer zoekt vrouw’ om het spektakel een romantische twist te geven.

Ver van mijn bed
Op bijeenkomsten met klasgenoten wordt er een specifiek persoon regelmatig geridiculiseerd voor zijn opvattingen. Hij is namelijk veganist. Mede door de goede band die ik met hem heb sta ik bij de woordenwisselingen aan de zijlijn. Ik weet niet wat het principe inhoudt van dit concept genaamd veganisme. Enkele jaren eerder kwam ik pas voor het eerst in levenden lijve een vegetariër tegen. Respect voor hen. Zoiets als veganisme is dan nog niet aan mij besteed. Er is toch een reden waarom we grootschalig dierlijke producten consumeren? Na een tijdje komt het onderwerp terug door een verslag wat de, inmiddels oud klasgenoot, aan het maken is. In dit verslag staan de verhouding tussen mens en dier centraal. Er gebeurt iets. Naarmate de tijd verstrijkt eet ik met toenemend ongemak vlees. Ik mijd de fastfoodketens. Uiteindelijk komt dan toch de confrontatie en neem ik de stap: Waarom doe ik dit nog? Bewapend met de informatie die ik in de tussentijd verzameld heb realiseer ik me dat voornamelijk comfort en daarmee mezelf nog het enigste is wat me tegenhoudt. Hoe pak ik deze nieuwe leefwijze aan? Hoe ga ik dit brengen?

22 jaar heb ik vlees en andere dierlijke producten geconsumeerd. Een avondmaal was niet compleet zonder een stuk vlees, ongeacht het gerecht – ‘zonder de connectie te maken die het de 12-jarige paardenmeisjes wel lukt’ – om het in de woorden van Rutger Bregman te noemen. Zijn uitspraak heeft echter wel met het vegetarisme te maken. Kaas is vaak het struikelblok.

Geen kaas van gegeten
Als een (moeder)koe geen melk meer geeft en dus geen economische waarde meer heeft is ze afgeschreven. Ze is uitgeput en vaak ook verminkt. Een zeer verkortte levensduur nadat ze vlak na geboorte is weggehaald bij haar moeder. Aangezien de vleesindustrie in het verlengstuk zit van de zuivelindustrie wordt er nauwelijks tot geen leed bespaard. Op het gebied van etenswaren worden er vooral producten van vrouwelijke dieren geconsumeerd.
Vlees dan weer geassocieerd met mannelijkheid. Het consumeren van een dier lijkt schijnbaar de ultieme absorptie en vertoning van kracht te symboliseren. Dit is cultureel bepaald. Vlees is weggelegd voor de man, vooral – zoals geschiedenis dit (volgens Carol Adams) uitwijst – ten tijde van schaarste. Het tonen van compassie is zogenaamd een teken van zwakheid. ‘Een echte man heeft vlees nodig!’ Badend in het Tl-licht van de supermarkt komt hij aanstormen: de jager met zijn zware wenkbrauwen, vierkant bovenlichaam, klittend haar en vuurstenen gereedschap. Klaar om de schappen te slopen voor zijn dagelijkse ‘vlees-fix’.

Mogelijk ben ik, zoals het lokale gezegde luidt, te vaak ‘boven de rivieren’ geweest. Daar ben ik het niet mee eens. Veganisme is een aanpassing qua levensstijl. Het zegt iets over je als persoon maar vormt niet je identiteit. In mijn ogen brandt er in Brabant nog steeds licht.

Column veganisme deel 2

26-11-2020 geschreven door Frank Derks

Nu in Nederland hittegolven steeds gebruikelijker zijn wordt daar volop van geprofiteerd in de vorm van barbecueën. Het vlees wordt bereid met allerlei soorten kruiden zodat het tenminste lekker smaakt. De smaak van planten en textuur van vlees  bepalen samen de ervaring. Voor de hand liggend zijn er verschillende initiatieven die daarom met plantaardige alternatieven op de markt komen. Het onlangs dreigende verbod op de ‘vleesachtige’ benaming van vega producten – en dus alternatieven voor de dierlijke variant – gaat niet door. Annie Schreijer-Pierik (CDA Europarlementariër) spreekt zich uit: “Dit is een nederlaag voor consumenten en eerlijke voedselinformatie. Vlees is vlees en zuivel is zuivel. ”
Volkomen terecht, deze uitspraak van haar.  Al vrees ik nu voor de benaming van ‘pindakaas’.

Eerlijke voedselinformatie? Prima! Het is dan schijnbaar ook niet voor niets dat er miljoenen aan subsidies worden uitgetrokken voor praktijken zoals de promotie van varkensvlees in Zuid-Europa en het promoten van zuivel in onze schoolkantines. Laten we dan ook voet bij stuk houden en het volledige proces inclusief het daadwerkelijke kostenplaatje tonen wat achter dierlijke producten verscholen zit. Van conceptie tot ons bord, kledingstuk, parfum: Een organisme met de wil om te leven gefokt om puur als subject en product te dienen. Een traject van lijden wat eindigt in een tragische dood voor het gemak van een consument. De hele lijdensweg voor slechts een moment van plezier.

In de voorgaande column noemde ik het onderscheid dat cultureel bepaald is tussen onze trouwe viervoeter en een varken. Een extra sterretje van het ‘Beter Leven’ keurmerk breidt het resort van bijvoorbeeld een vleesvarken uit van 0,8 vierkante meter naar één(!) vierkante meter. Ademruimte die te danken is aan het grote offer ten koste van de winstmaximalisatie. Petje af en een schouderklopje. Zo wordt er gesuggereerd dat exploitatie samen kan gaan met compassie. Daar geloof ik niet in. Je kunt niet een beetje pijn doen zodat je zonder al te veel schuldgevoel van het vlees kunt genieten. Binnen deze context is er geen ‘ellende-light’.

Door de tijd heen verschijnen er steeds meer publicaties die inzicht geven over de complexiteit en belevingswereld van het dier. Het bewijs stapelt zich op. Het karakter van dieren wordt steeds beter in beeld gebracht. Hun gedragingen krijgen meer betekenis. We bevinden ons op een unieke plaats en tijd in de geschiedenis waar de meeste mensen de luxe hebben om een vrije, goed geïnformeerde, keuze te maken over wat we consumeren.

De agrarische sector van Nederland behoort tot de top van de wereld. Qua stikstof uitstoot, het jaarlijkse aantal geslachte dieren en hoeveelheid astmapatiënten behoren we trouwens ook tot de top. Sinds het begin van de 21ste eeuw zijn zowel de vogelgriep en Q-koorts in Nederland uitgebroken. Deze worden sindsdien gebagatelliseerd – net zoals het feit dat de nertsenfarms een bedreiging zijn in de ontwikkelingen rondom corona. Nog een reden waarom een geïnformeerd mens juist moet twijfelen aan onze omgang met dieren. 
In 2019 zijn er in Nederland 2.123.300 runderen, 1.648.100 kalveren, 16.583.800 varkens, 566.500 schapen (inclusief lammeren), 173.500 geiten, 1.900 eenhoevingen, 604.568.300 vleeskuikens en 18.056.100 kippen geslacht. Voor vissen en zeevruchten wordt de hoeveelheid enkel in gewicht (ton) uitgedrukt…

Een transitie gaat geleidelijk. Daarbij is de kans klein dat daadwerkelijk iedereen veganist wordt. Met dat gezegd hebbende gebeurt er niets wanneer we ervan uit gaan dat de ander het op lost.

Kienen
Wanneer inhoudelijk gezien de aannemelijke vraagstukken gespendeerd zijn worden de hypothetische scenario’s ingezet. Plots wordt er verwacht dat een veganist expertise heeft op diverse gebieden. Lukraak afgevuurde vragen eisen dat je onder andere een cardioloog, antropoloog, bioloog en parttime geoloog bent.
Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer je als veganist op een onbewoond eiland belandt met alleen maar dieren? Hoe ga je dan overleven? Bingo! Heel wat veganisten hebben een spreekwoordelijke bingokaart bij zich. Geloof ze maar wanneer ze duidelijk maken dat een tegenargument vaker voorbijkomt. Misschien zegt dat ook iets over het argument, redenatie en motivatie achter de typische kritiek op veganisme. Het ongemak waardoor veel apologeten zich laten kennen.​De hunkering naar goedkeuring en tegelijkertijd het stellig ontkennen van conflicterende gedachtes. Afhankelijk van de sociale kringen waarin iemand zich bevindt is het toegeven van gebreken – simpelweg een aspect van het mens zijn – vaak not-done. Het voelt als (in)direct gevaar voor de band die we met ander hebben. 

Sommige mensen ondergaan een lang traject van geleidelijke blootstelling aan het fenomeen van veganisme waaronder sociale interactie en de stellingen die in het geheugen blijven hangen. Ook hier spelen verschillende soorten media (en prominente vertegenwoordigers van het veganisme) een grote rol. Ondanks de ontkenning  (wat zich vaak uit in tegenspraak en verontwaardiging) worden de opvattingen niet zomaar vergeten, vooral niet wanneer ze een emotionele lading hebben. Zo ontstaat er veel ophef bij vergelijkingen tussen verschillende soort leed. 

Anderen zijn dan weer sneller geraakt van schokkende voorvallen zoals een ‘Cube of Truth’ die ze op straat treffen of films zoals Earthlings en Dominion. Ja, het betreft hier wel buitenlandse filmopnames. Dat zegt niets over de hoge standaarden die Nederland hanteert bij onder andere de slacht. “Het is hier goed geregeld” – Zo klinkt de mantra. Oftewel: Als wij, niet genadevol deze bak ellende voortzetten gebeurt het elders wel. Laten we vooral niet onszelf op de kaart zetten door middel van andere, innovatieve, sectoren. Laten we doorgaan met de huidige destructieve praktijken. In andere media is ‘Zondag met Lubach’ te danken voor de inmiddels meerdere items die gemaakt zijn over de bio-industrie, waardoor deze landelijk in opspraak raakt.

Tja, het is toch echt een kwestie van #samen. Samenwerking is de oplossing, een breder draagvlak creëren voor maatschappelijke bewegingen. Alleen door constante inspanning over een langdurige periode kan er voortgang geboekt worden. Voor een ongedurig persoon (zoals ik) klinkt dit misschien niet bepaald aanlokkelijk. Het is, denk ik, belangrijk om fouten te accepteren zodat we elkaar de hand kunnen reiken zonder naïef te zijn door een teveel aan optimisme en een obsessie met blijdschap.

                                                                                                                                      

Column veganisme deel 1

16-11-2020 geschreven door Frank Derks

Beleefd een stukje gebak afwijzen op een verjaardag, de uitdagingen wanneer je uit eten gaat, plotse gedachten waardoor je nog even checkt of dat ene drankje écht zonder dierlijke producten bereid is. Veganisme: Een symptoom van een identiteitloze millenial die naar houvast snakt? Een hype die draait om moreel superieur te zijn bij anderen? De perfecte validatie op social media?

Wat is veganisme? Veganisme is een levensstijl waarbij – voor zover praktisch haalbaar – wordt afgezien van alle vormen van exploitatie van, en wreedheid naar, dieren voor eten, kleding of andere doeleinden’.

Zo wordt veganisme omschreven op de website van ‘Vegan Challenge’. Veganisme beslaat dus niet alleen voedsel, maar ook producten met dierlijke bestanddelen, of waar dierproeven aan te pas komen zoals cosmetica, (be)kleding en artikelen zoals snoep (bijenwax, varkensgelatine). Ook fenomenen zoals dierentuinen en circussen (waar dieren nog gebruikt worden) gaan tegen de beschreven principes in. Veganistisch leven hoeft niet duur te zijn. Al kunnen plantaardige varianten van dierlijke producten het kostenplaatje flink doen stijgen, peulvruchten zoals bonen en linzen zijn dan weer spotgoedkoop en zeer voedzaam. Menig recept transformeer je vrij makkelijk naar een veganistische variant. Zo maak je van vermeend probleem (door limitaties) juist een interessante uitdaging. Veganisme is niet aan leeftijd, herkomst, gender of nationaliteit gebonden. Het is een morele keuze. Het maakt je echter geen moreel persoon. Het is geen vrijstelling om jezelf een goed persoon te noemen of jezelf boven anderen te plaatsen.

Principes en opvattingen
Het merendeel van de wereldbevolking is lactose intolerant. Ondertussen is de ‘schijf van vijf’ dan ook terecht aangepast. Calcium is nodig. Melk niet: Wat ooit de witte motor was is nu de drijfkracht achter een van de meest milieuvervuilende sectoren. Dat is een hele schok, vooral na het decennialang vol zaaien van de publieke ruimte met implicerende reclames en bijbehorende commercials. Jarenlang wordt melk door onder andere onze eigen maatschappij gezien als de onmisbare schakel in ons dieet. Waar halen de groeperingen die lactose intolerant zijn hun essentiële voedingsstoffen vandaan? Zo zijn in Azie zijn  meeste mensen namelijk lactose intolerant.

Over Azië gesproken: In China worden elk jaar talloze honden geslacht. Bij rapportages van het Yulin feest kookt het bloed van de gemiddelde westerling. We zijn bekend met het ongenoegen van de medemens voor deze traditie. Vaak uiten we dit tijdens het avondeten, onder het genot van een stukje vlees. Meestal is dat een stukje varken, een dier wat alleen al qua intelligentie niet onder doet voor honden.

Intelligentie doet er kennelijk niet eens toe om te bepalen of een wezen ‘waardig’ genoeg is om een plek op deze wereld te hebben zonder het dier te ‘benutten’, zonder dat er aan verdient wordt, dat het leven overgeleverd is aan de genade van een begroting. Dit is de huidige consensus: De mensheid is het slimste dier ooit, wij domineren de planeet en daarom kunnen we doen wat we willen. Als we zo’n machtig en slim wezen zijn, waarom gebruiken we onze macht dan niet om de huidige praktijken te ontstijgen? Waarom stoppen wie niet met de systematische uitbuiting van dieren?

Dat dieren rechten hebben, of rechten krijgen, wil niet zeggen dat dit directe impact heeft op onze levens of maatschappij. Deze redenatie – het selectief buitenspel zetten van dierenrechten maar ook van bewegingen tegen seksisme en racisme, aangezien deze vormen van onderdrukking identiek zijn – komt voort uit een vooroordeel.

Slacht wat wij als gezelschapsdier zien, zoals traditie in China, en je bent een moordenaar. Het slachten van een koe is normaal. Als je ze beiden leed wil besparen ben je een extremist. Het kunstmatig in stand houden van de rechtvaardiging voor het consumeren van dierlijke producten is grotendeels te danken aan de goocheltruc die plaats vindt bij het verwerken van dierlijke producten. In de eerste instantie heb je een levend wezen – en plots is er kaas, een kledingstuk, of kipfilet: Het product. De kunsten van Hans Klok en Victor Mids zijn er niets bij. Het ontbreken van het tussenproces haalt elke vorm van realiteit en verantwoordelijkheid weg. Door het verhullen van de tussenstappen is de, naast de voor de hand liggende verafschuwing, de kans dat de connectie gemaakt wordt aanzienlijk kleiner.

De fronsende criticus heeft er baat bij om eens goed op intuïtie te letten, indien dit niet te zweverig is voor de exacte computaties waar de levenskeuzes van onze geliefde criticus op gebaseerd zijn. Tenzij het morele kompas stuk is hebben de meeste mensen die interactie hebben met dieren verdomd goed het besef dat wat ze in de ogen kijken meer is dan alleen een toekomstig product.

Alleen onze perceptie en interpretatie van de dingen veranderen. De dingen zelf niet. Daarom kunnen we invloed uitoefenen op wat er komen gaat. Ook het verloop van tijd veranderd niet: De frustrerende limitatie die tegelijkertijd ook rust geeft; langzaam maar zeker komt er verandering.

Column dierendag

04-10-2020 geschreven door Ilse Oldenburg

                                                                                                                                                           

Voorgeschoteld worden met een vleesje1 leek voor velen van ons (als kind) waarschijnlijk de normaalste zaak van de wereld of zelfs vanzelfsprekend. Een ingesleten norm die onderdeel is van carnisme, al is de rol van vleesje niet voor elk dier “weggelegd”. Voornamelijk het varken, de koe en de kip worden als meest geschikte kandidaten gezien. Hoe komt dat? Huisdieren zijn immers populair en doorgaans prominent aanwezig in ons leven, maar schijnbaar niet op ons bord. Een norm en gedachtegoed waarbij het plaatsen van vraagtekens gepast zou zijn, want is het ene dier waardevoller dan het ander? Wat betekent dit en hoe komt dat?

Het fenomeen waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen verschillende soorten dieren, op basis van morele waardigheid, heet speciesisme. In deze context wordt het eten van huisdieren als immoreel bestempeld, daarentegen wordt het eten van dieren zoals de koe gerechtvaardigd en gebagatelliseerd. Het onderscheid en de machtsverhouding tussen menselijke en niet-menselijke dieren valt zo ook onder speciesisme.

Gelukkig blijft het bewustzijn omtrent dierenwelzijn groeien, zowel op nationaal als mondiaal niveau, met als positieve bijkomstigheid: meer interesse in vegetarisme en veganisme. Tevens heeft het in Nederland geleid tot een daling in vleesconsumptie3 wat de trend flexitarisme een groter podium heeft gegeven. Gezien de zichtbaarheid en reikwijdte van sociale media en dergelijke platforms zou er gezegd kunnen worden dat de kern van het probleem niet zit in het gebrek aan bewustzijn dan wel onwetendheid van de mens.

Met deze kennis – en het feit dat vleesconsumptie gelijk staat aan dierenleed – lijkt  het antwoord op de vraag wat mensen tegenhoudt om volledig4 te stoppen met het consumeren van dierlijke producten minder voor de hand liggend. Zou het eten van dierlijke producten dan zo verankerd zitten in onze cultuur of zit de aard van het beestje ergens anders?

Cognitieve dissonantie5 zou, naast carnisme, helderheid kunnen geven over de psyche van de mens bij het consumeren van vlees. Een vergelijking ter illustratie van deze “rolspeler”. Niemand doet alsof, zonder aanleiding, pro-dierenleed te zijn. Integendeel men lijkt dan wel is en masse tegen dierenleed, bij een eenduidige opvatting zoals deze zou het wenselijk zijn om te minderen dan wel stoppen met het consumeren van vlees. Een opvatting die in de praktijk slechts ter symbool lijkt te dienen, aangezien het aantal vegetariërs en veganisten (4% – 6 % van de bevolking) niet opweegt tegen het aantal mensen dat vlees blijft consumeren. Een toppunt van inconsistentie en tegenstrijdigheid waarin men (h)erkent dat het eten van huisdieren zoals een hond onethisch is, maar deze norm niet doortrekt op alle andere niet-menselijke dieren. Toch gaat dit niet op wanneer men in de supermarkt staat en zonder gene weer kilo’s kipfilets inslaat.

Kortom, het ligt doorgaans niet aan het feit dat men onwetend is of zich niet bewust is van het dierenleed maar aan de bewuste keuze om daar niet bij stil te staan en (waar mogelijk) naar te handelen.

1 In deze context wordt gerefereerd naar de normalisering en ingesleten norm wat betreft het consumeren van vlees. Door gebruik te maken van een verkleinwoord, zoals vleesje, wordt de suggesties gewekt dat het dier ondergeschikt is aan de mens, dit is in deze tekst sarcastisch gebruikt.
2 De ideologie die mensen conditioneert om de consumptie van vlees te rechtvaardigen.
3 Genuanceerd, gezien de vleesconsumptie recentelijk gestegen is.
4 In sommige gevallen is het niet vanzelfsprekend dan wel mogelijk om een volledig vleesloos bestaan/plantaardige levensstijl (na) te leven, dit is in acht genomen bij het schrijven van deze column. Elke (tussen)stap wordt gezien als een vooruit, de intentie is niet het persoonlijk afvalligen van individuen.
5 Bij cognitieve dissonantie is in deze column een focus gelegd op twee kenmerken van deze inconsistentie, namelijk: twee tegenstrijdige gedachten en het gedrag wat men vertoont kom niet overeen met eigen opvattingen.

Disclaimer: deze column gaat specifiek in op de psyche van de mens ten aanzien van vleesconsumptie, de economische belangen (van de melk- en vleesindustrie) die globaal gezien de grootste impact hebben en fors bijdragen aan de instandhouding van het probleem, zijn buiten beschouwing gelaten. De colum richt zich op de verhoudingen in Nederland.

Voor de witte mens, door de witte mens

Column door Sterre Volders op 7/6/2020

Sterre Volders is een wit mens. In deze column probeert zij haar mede witte mens bewust te maken van hun privileges. Deze column is geschreven uit solidariteit voor de Black Lives Matter beweging.

‘’Ik ben zelf nooit fan geweest van wit en zwart als benaming van huidskleur. Ik vond blank altijd een mooi alternatief voor wit. Nu, weet ik dat ‘blank’ een benaming is die ontstaan is in de slavernij periode. Blank betekend ‘’helderwit’’ en ‘’onbevlekt.’’ En dan waren mensen van kleur natuurlijk wel ‘’bevlekt.’’

Maar het verleden van de witte mens is niet onbevlekt. Nederland speelde een grote rol in de slavernij. Wij brachten een half miljoen slaven de wereld over om ons zware werk op de plantages te doen. En nu begrijp ik, witte mens, dit was u niet. U was toen nog niet geboren. En toch profiteert u nog iedere dag onbewust van uw machtspositie als wit persoon.

Ik groeide op wetende dat als de politie er was, ik me veilig kon voelen. Ik groeide op met zwarte piet. Ik groeide op spelend met witte barbies, dromend over witte Disney prinsessen. Ik groeide op zonder me zorgen hoeven maken over mijn huidskleur. Ik groeide op in de één na hoogste machtspositie ter wereld: de witte heteroseksuele vrouw.

George Floyd was een zwarte Amerikaan die overleed door politiegeweld. Dit was niet de eerste keer dat er een persoon van kleur sterft door politiegeweld in Amerika. Als reactie wordt er nu wereldwijd geprotesteerd tegen racisme en politiegeweld wat de zwarte mens dagelijks ondervindt.  Dit racisme vindt ook plaats in Nederland. Zo stierf in 2015 Mitch Henriquez door politiegeweld, noemde een politiegroep in Den Haag zich ‘Marokkanen verdelgers’ en deed onze Belastingdienst aan etnisch profileren.

Het voelt misschien als een ‘ver van je bed show’, maar racisme is hier, in ons land. Als ik solliciteer heb ik altijd meer kans dan mijn concurrenten met een Surinaamse of Marokkaanse achternaam. Ik word nooit extra gefouilleerd omdat ze me verdacht vinden zonder aanleiding. Ik word nooit laagopgeleid ingeschat. Ik word nooit ergens geweigerd. Ik word nooit benadeeld om mijn huidskleur. Ik heb privileges.

Ik kies ervoor als witte mens solidair te zijn met de zwarte mens. Ik voel misschien niet jouw pijn, maar je levert deze strijd niet alleen. Daarom zeg ik ‘Black Lives Matter.’ Black Lives Matter is een beweging die zich inzet tegen politiegeweld gericht op zwarte mensen. Black Lives Matter is nodig omdat er nog steeds veel racisme is tegen de zwarte mens. Wanneer je spreekt van All Lives Matter haal je de aandacht van racisme tegen de zwarte mens weg. Het is alsof er een huis in brand staat en in plaats van te helpen zeg je: ‘en de andere huizen dan?’ Maar die huizen staan momenteel niet in brand. Het is ook niet ‘Only Black Lives Matter’, dus er wordt ook niemand buiten gesloten. Het is gewoon ‘Black Lives Matter’ en alle levens zullen er pas echt toe doen, als de levens van zwarte mensen ertoe doen.

Lieve witte mens, wees u bewust van uw privileges. Natuurlijk kan uw leven ook ellendig zijn, maar u ontkomt aan racisme. Ben solidair met hen die hier niet aan ontkomen. En spreek uw mede witte mens aan op racistisch gedrag. Wit of zwart, uiteindelijk zijn we allemaal mens. ‘’

Wil u meer informatie over wat u kan doen om uw witte privilege te minderen? Check www.withuiswerk.nl
Voor gekleurde klimaat activisten, volg:
Vanessa Nakate @vanessanakate1
Domi Palmer @domipalmer
Xiye Bastida @xiyebeara

Feminisme en de zuivelindustrie

Column door Sterre Volders  op 1/6/2020

In deze column neemt feminist Sterre Volders je mee in haar kijk op de zuivelindustrie. Deze column is geschreven als tegengeluid op ‘Wereldmelkdag’ dat sinds 2001 op 1 juni het bestaan van melk viert.

Sterre Volders: ‘Ik noem mezelf feminist. Dit houdt in dat ik tegen ongelijkheid van genders ben. Als intersectioneel feminist houd ik me bezig met feminisme voor iedereen die zich als vrouw identificeert. Zo ook voor alle huidskleuren, zoals: witte vrouwen, zwarte vrouwen, en zoals ik zelf graag zeg ‘’zwart-witte vrouwen’’.

En hiermee bedoel ik koeien. De ‘dames’ die ervoor zorgen dat de hele wereld wordt voorzien van een cappuccino, kaas of gewoon een glas melk. Terwijl veel inwoners van Nederland hun geliefde melk nog nuttigen en dan voldaan zeggen ‘’melk is goed voor elk’’, is er gelukkig een snelgroeiende groep die zich tot plantaardige alternatieven keert. Vaak omdat zij in plaats van gezondheidsvoordelen juist nadelen merkten bij het binnen krijgen van zuivel. ‘’Lactose intolerant’’ zeggen ze dan. Ik denk dat het komt omdat je geen kalfje bent.

Voor velen komt dit als een verrassing: koemelk is borstvoeding. Een koe produceert niet haar hele leven melk. Deze melk produceert ze enkel tijdens en na de zwangerschap. Hoe ziet het leven van zo’n melkkoe er dan uit?

De melkkoe wordt gedwongen geïnsemineerd. De koe is negen maanden drachtig en bevalt dan van haar kalf. Waar het kalf eigenlijk acht maanden nog bij de moeder zou blijven, wordt in de zuivelindustrie het kalf na een paar uur bij de moeder weggehaald. De stiertjes gaan door naar de slacht. Een deel van de vrouwelijke kalfjes staat hetzelfde lot te wachten als hun moeder. Moederkoe rouwt om het verlies en roept hierna nog weken om haar kind. Maar na zes tot acht weken wacht haar een nieuwe inseminatie. Dit zal haar leven zijn tot haar lichaam kapot is, dan gaat ze door naar de slacht. Ze is dan pas vijf jaar oud, dat is vier keer jonger dan haar levensverwachting was.

Normaal gesproken heeft een kalfje 8 liter melk per dag nodig. De huidige melkkoe produceert 50 liter melk per dag. Ze krijgt extra hormonen om meer melk te produceren en vruchtbaarder te zijn. Haar uiers zijn vaak ontstoken van de ongezonde druk die erop staat. Als ze niet genoeg melk produceert sturen ze haar direct naar de slacht. Wanneer je bij een melkveehouder een koe hoort loeien is de kans groot dat zij roept om haar afgenomen kind.

In Nederland zijn er ongeveer 2,5 miljoen melkkoeien die dit bestaan lijden. Denk je eens in dat we geen koeienborstvoeding maar borstvoeding van mensen zouden gebruiken. Geen gek idee, aangezien we daar ook mee begonnen als baby. De vrouw wordt ongewenst geïnsemineerd, vervolgens zwanger, haar kind wordt afgenomen. Het kind wordt vermoord of krijgt hetzelfde leven als zij. En we gebruiken haar melk en geven haar extra hormonen waardoor ze meer aan kan maken. Haar borsten zijn ontstoken en pijnlijk. Misschien is ze wel blij als ze rond haar twintigste bewust mee maakt hoe ze vermoord wordt. Twintig jaar is vier keer jonger dan haar levensverwachting. Maar dat maakt niet uit want ze voldeed niet meer aan haar plicht. Ze sterft als machine, en haar naam was een nummer.

Ik probeer me voor te stellen dat wij onze vrouwen zo zouden behandelen, wat het beeld geeft voor een nare Black Mirror aflevering. De zwangerschap van een vrouw wordt als iets heel moois gezien. De geboorte van een baby, en de band van moeder en kind is erg belangrijk voor ons. Waarom zou dat voor dieren anders zijn? Koeien zijn intelligente dieren die een sterke band voelen tot hun kalfjes. Net als vrouwen, zijn zij moeders.

Waar nog altijd ongemakkelijk gedaan wordt over vrouwen die in het openbaar hun baby borstvoeding geven, hebben we er geen probleem mee om de borstvoeding van een koe te drinken. En waar feministen strijden voor de vrijheid van de vrouwen tepel, hangen we indirect nog wel aan die van de koe. Als feminist zet je je in voor de rechten van vrouwen. De zuivelindustrie verkracht, mishandeld en vermoord deze zwart, wit- gevlekte moeders iedere dag. Laat koeien borstvoeding voor kalfjes en kies voor een plantaardig alternatief.’

In het zuiden van het westen

Geschreven door ons lid Leah Menting, in Casa Grande, Arizona, voor een tussenjaar.

Beste PINK!ers...

Ik zit momenteel al 4 maanden in Arizona en er zijn mij al een aantal dingen opgevallen aan de manier hoe de meeste mensen omgaan met dieren en milieu.  Onder dieren gaan de gigantische boerderijen, fairs, jagen en omgang met huisdieren. De boerderijen hier zijn enorm groot. Hierdoor krijgen de dieren niet genoeg individuele aandacht. Ze lopen in de hitte met een beetje schaduw en een aantal ventilators. De mensen die ik tot nu toe hierover heb gesproken gaven mij niet de indruk dat zij niet veel gaven om de dieren. Er is namelijk maar 1 ding wat belangrijk is, en dat is geld. De mensen zien de dieren niet als levende individuen maar eerder als geldmakende machines.

Fairs zijn heel populair. Mensen hebben hun eigen biggetjes en proberen ze zo groot en dik mogelijk te maken om zo prijzen te winnen. Wat er met die varkens gebeurt na de Fair kun je wel raden… Veel mensen eten hun eigen varken na de fair. Om eerlijk te zijn is dit wel milieuvriendelijker dan het kopen van vlees in de supermarkt. Toch ben ik er op tegen. Sommige mensen zijn er ook niet blij mee. Ik heb toevallig een vriendin die vegetariër is maar zij doet wel mee aan de fair. Ze heeft de organisatoren zo ver gekregen dat haar varken na de fair niet geslacht hoeft te worden. Change is coming, maar fairs gaan zo ver terug in de geschiedenis van sommige dorpen dat het heel lastig wordt om er vanaf te komen. Tradities en gewoontes zijn heel belangrijk. Mensen wijken niet graag af van dingen die zij al jaren op dezelfde manier doen.

Een ander ding wat heel populair is onder de Amerikanen is jagen. Veel mensen jagen in het weekend voor hun eigen eten. Daarvoor doden ze bijvoorbeeld edelherten, konijnen, gevogelte en vissen. Het is voor veel mensen een belangrijk onderdeel van hun leven. Ze doen mee aan wedstrijden en er wordt zonder respect met de dieren omgegaan en over ze gesproken. Net als de dieren op de boerderij gaat het niet om de dieren maar om het geld en het plezier dat mensen ervan ervaren. Toch is het jagen wel weer milieuvriendelijker dan vlees kopen in de supermarkt. Ook het jagen gaat generaties terug in de tijd en mensen vinden het lastig om oude tradities los te laten.

Dan de huisdieren. Het is nog duidelijker dan in Nederland dat huisdieren een totaal andere rang hebben dan dieren zoals koeien, kippen en varkens. Bij honden wordt er een onderscheid gemaakt tussen binnen- en buiten-honden. De buiten-honden worden vooral gebruikt voor de jacht en zijn dus geen knuffeldieren en de binnen-honden zijn echt de honden die ‘s avonds gezellig bij je op de bank komen zitten. Omdat een behoorlijk aandeel van de bevolking in mijn omgeving niet veel geld heeft, worden niet alle huisdieren gecastreerd en dit leidt ook weer tot nestjes puppies en kittens die niet gewenst zijn.

Milieubewustzijn is iets wat hier niet bepaald leeft. Recycling gebeurt amper of niet. Glas wordt niet gerecycled, dus veel producten zoals mayo, nutella en pindakaas zitten in plastic die vervolgens door velen ook niet worden gerecycled. Wanneer mensen van groot afval af moeten zoals banken, toiletten, badkuipen en autobanden wordt dit meestal in de woestijn gedumpt. Ik heb al een aantal keren door de woestijnen rondgereden en overal ligt afval. Op school tijdens lunch worden er vooral plastic bekers en borden gebruikt. Dus elke dag zitten de afvalbakken op school bomvol met dat vreselijke plastic. Er worden soms dagen  georganiseerd door een vrijwilligerswerk-club op school om afval op straat op te ruimen, maar dit zijn alleen de straten rondom de school. Het opruimen van afval in de woestijnen begint niemand aan. We zouden wel een Boyan Slat voor de woestijnen kunnen gebruiken.

Kort samengevat zijn de dingen die altijd terugkomen traditie en geld. Mensen houden zich sterk aan oude tradities en gewoontes. De Amerikaanse cultuur staat bekend om de grote hoeveelheid van vleesconsumptie en dat is overal duidelijk te merken. Mensen staan er niet bij stil dat wat op hun bord ligt ooit heeft rond gestrompeld op de gigantische boerderijen. Verder is het meer dan duidelijk dat geld de grootste prioriteit is. De meeste mensen weten wel van klimaatverandering en andere milieuproblemen af maar ze vinden over het algemeen hun portemonnee toch echt veel belangrijker. En omdat mensen niet bekend gemaakt worden met milieuvriendelijke, diervriendelijke en goedkopere alternatieven gaat hier ook niet snel verandering in komen. De ogen zijn gesloten voor alles wat zich afspeelt in de wereld omdat het voor veel mensen toch niet dicht bij huis voelt en iedereen het wel welletjes vindt zo. Hoog tijd dus dat die ogen geopend gaan worden.

Chap, where's my country?

Column n.a.v. het Brexit referendum, door Sebastiaan Wolswinkel

“If this is right, Theresa May hasn’t got the massive support from the country she was hoping to get, to allow her to do whatever it is she wanted to do, which she never told us.”

Schitterende woorden van nieuwscommentator David Dimbleby bij het zien van de exit poll van de Britse verkiezingen op 8 juni. De uitslag was inderdaad in strijd met May’s verwaande verwachtingen.  Van de enorme overwinning waar ze op gerekend had, en die het districtenstelsel in het Verenigd Koninkrijk mogelijk maakt, was geen sprake. Sterker nog, de volgende dag werd de voorspelling bevestigd dat geen enkele partij een absolute meerderheid had. De verkiezingen, die een chaotische campagnetijd en ontbinding van het parlement betekenden, hadden vervolgens tot meer “kracht en stabiliteit” moeten leiden – net op tijd voor het begin van de Brexit-onderhandelingen met Brussel. Het tegenoverstelde is gebeurd, en daarmee is het uitroepen van deze verkiezingen de grootste miscalculatie in de Britse politiek sinds de referendumbelofte waarmee David Cameron de verkiezingen in 2015 naar zich toe trok. Dat is inderdaad niet lang geleden. Mijn moederland verkeert in chaos.

Om dit debacle grondig te ontleden, moeten we terug naar het opstellen van de Magna Carta in 1215, maar dat gaan we niet doen. We kunnen ook beginnen in de late dertiger jaren van de afgelopen eeuw, toen begon te blijken dat het verdrag van Versailles geen handige manier was geweest om een wereldoorlog af te ronden, en de intenties voor het verenigen van Europa die daarom snel na de Tweede Wereldoorlog ontstonden. Ook dat doen we niet. Zelfs aan het toetreden van het VK tot de EEC in 1973, en het referendum van 1975 waarin de Britten de kans kregen om goed te keuren wat al gebeurd was, wijden wij weinig woorden.

Sterker nog, ik begin post-Brexit referendum. Zowat alle politici die niet primair bekend stonden om hun lachwekkendheid hadden wekenlang het land rondgereisd om burgers te overtuigen dat één van de twee opties die ze voorgeschoteld hadden gekregen tot grote problemen zou leiden, maar ze hadden te weinig nadruk gelegd op het feit dat bananen best krom mogen zijn wat Brussel betreft, en dat Groot-Brittannië geen deel van Shengen is en reeds grensbewaking had. Het Britse volk had daarop gereageerd door de eerste ‘f*ck you’ die het zogenaamde politieke establishment in 2016 te verduren kreeg. David Cameron gaf toe dat hij als Bremainer niet juiste persoon was om het land verder te besturen, en maakte plaats voor Theresa May – een Bremainer.

Toen volgde een ongelooflijke transformatie, aangedreven door opportunisme en een ongezond hechte band tussen de conservatieven en zekere mediamagnaten waarvan ons land gelukkig geen equivalenten kent. Onder het mom van de betekenisloze leus, “Brexit means Brexit,” werd eenieder die kritische vragen durfde te stellen over leugens die de uitslag hadden beïnvloed of het proces dat zou volgen belast als vijand van de democratie. Het kabinet van May besloot het resultaat te interpreteren als een wens om de Europese Economische Ruimte te verlaten. Dat kwam neer op een aanname dat minder dan 4% van mensen die voor Brexit stemden binnen de EER wilden blijven. Ze probeerden het parlement te omzeilen, en jaagden woede over een onafhankelijke rechterlijke macht aan toen de supreme court erop wees dat beide huizen – lager en hoger – inspraak dienden te hebben. Dit terwijl het overgrote merendeel van de oppositie allang had aangegeven de wensen van het volk te honoreren. “Hoe durven lords, die niet verkozen zijn, hun taak serieus te nemen,” jammerde May, de niet verkozen premier. Het parlement diende niet te worden betrokken, zo beweerde het kabinet tijdens het debat – begin februari – waar rechters hen toe hadden gedwongen, want dan zou informatie vrijkomen over de onderhandelingsstrategie, en dat zou in Brussel gehoord worden en tegen hen kunnen worden gebruikt. Dezelfde redenering werd gebruikt om te argumenteren dat het parlement niet eens op de hoogte zou moeten worden gehouden. Parlementariërs zouden via de media mee kunnen krijgen wat er gaande is, net als het volk. Zelfs ministers klaagden dat zij nauwelijks geïnformeerd werden.

If I no longer give you the benefit of my judgment and simply follow your orders, I am not serving you; I am betraying you.

Kenneth Clarke
Parlementslid voor de Conservatives

May weigerde inzicht te geven in de intenties van haar en de weinige collega’s die nog iets te zeggen hadden binnen haar kabinet. Het bleef vooral bij “Brexit means Brexit.” Op gegeven moment ging ze zo ver om te specificeren dat ze een “red, white and blue Brexit” voor ogen had, maar dat was het. Één ding beloofde ze wel: het land had stabiliteit nodig, en er zouden dus geen verkiezingen komen.

Toen op 18 april een lessenaar voor nr. 10 (de woning van de premier) verscheen die was gedecoreerd voor een aankondiging namens de conservatives, niet namens het hoofd van de Britse regering, waren speculaties over een verbroken belofte gelijk geloofwaardig. “We hebben meer stabiliteit nodig dan een absolute meerderheid mij geeft,” kondigde ze vrij letterlijk aan. Het was duidelijk dat deze verkiezingen een formaliteit zouden zijn. Theresa May’s populariteit was enorm: de voormalige remainer die tot bekering was gekomen, omdat ze niets liever wilde dan de wil van het volk uitvoeren; die de conservatieve MP’s had weten te verenigen na het polariserende referendum en de oppositie klein had gekregen – een voorproefje van wat ze in Brussel zou doen, met de Duitse autofabrikanten als bondgenoten, die namelijk bijna geheel van export naar Groot-Brittannië afhankelijk bleken te zijn. De markt was ook verrassend stabiel gebleven. May had profijt van de doemscenario’s waarmee hyperbolische remainers het volk hadden overspoeld, omdat het nu deels aan haar te wijden leek dat deze niet waren uitgekomen. Het uitroepen van verkiezingen was een meesterlijke zet, want niemand in de oppositie zou zo stom zijn om erop te wijzen dat ze hiermee een belofte had gebroken, en daarmee de indruk geven dat ze niet dankbaar waren voor deze kans om kiezers te overtuigen. Natuurlijk moesten andere partijen de indruk wekken dat ze deze kans omarmden, maar deden ze dat niet.

De Scottish Nationalists hadden in 2015 een ongelooflijke vijfenvijftig van zesenvijftig zetels in Schotland gewonnen, dus die konden alleen maar verliezen, en Labour zat vast aan Jeremy Corbyn als leider, een vegetarische pacifistische socialist die door de sensatiepers tot IRA-sympatisant gelieerd aan Hamas was gemaakt, en die niet eens het vertrouwen van zijn eigen partij genoot. Dat tweede was gedeeltelijk waar. Gevestigde partijlieden die groot waren geworden in het New Labour-tijdperk van Tony Blair en Gordon Brown hadden meerdere malen geprobeerd om van hem af te komen. Na afloop van het referendum stapten 23 van de 31 shadow ministers op – prominente MP’s wiens portefeuille overeenkomt met één van de ministeries. Later die zomer nam Corbyn het controversiële besluit om te pleiten tegen het vernieuwen van Trident, de Britse kernwapens. Zijn MP’s keerden zich tegen hem, en hij verloor een vote of no confidence overtuigend. Zijn MP’s weigerden ook hem te nomineren voor de verkiezing tot partijleider, maar de NEC (National Executive Committee) besloot dat de uitgedaagde leider automatisch recht had om mee te doen. Wel legden ze beperkingen op welke leden mochten stemmen, omdat er een indruk was dat Corbyn de vorige verkiezingen had gewonnen doordat mensen in grote getale tijdelijk partijlid waren geworden om Labour te saboteren. In september 2016 won Corbyn met 62% van de stemmen. Zijn leden hadden nog volle vertrouwen in hun leider. Sommige partijprominenten legden zich neer bij het resultaat, maar anderen keken met genoegen uit naar aankomende by-elections (tussentijdse verkiezingen in gebieden waar het parlementslid vroegtijdig is opgestapt) waar een verlies door Labour onder Corbyn waarschijnlijk leek, en zijn positie nog verder zou verzwakken. Één van de twee, Copeland, was inderdaad voor het eerst sinds 1935 door de Tories gewonnen toen May de verkiezingen uitriep. Labour zou geen weerstand kunnen bieden, en May kon rekenen op zo’n grote meerderheid dat weerstand hopeloos zou zijn, ook voor partijgenoten. Ze probeerde ook niet te verbergen dat het haar daar om te doen was. Toen ze de verkiezingen uitriep, zei ze letterlijk, “there should be unity in Westminster, but instead there is division,” waarmee ze meteen mensen verder verdeelde in zij die het jammer vinden als hun premier niet begrijpt hoe democratie werkt, en zij die masochistisch genoeg zijn om geen inspraak te willen.

De eerste paar weken hadden de Tories niet door dat er iets mis was. De duizenden mensen die naar Corbyn’s rallies kwamen vielen niet op, en zijn populariteit onder jongeren was niet bepaald beangstigend. Verkiezingen gaan tenslotte om stemmers, niet stemgerechtigden. Het was de mensen uitgelegd dat Labour’s ideeën niet serieus te nemen waren – dat je alleen zou voorstellen dat verpleegsters een loon verdienen waar ze van kunnen leven als je denkt dat er een “magic money tree” is om het te financieren – en dus bleef er maar één partij over die hoe dan ook voor Brexit zou gaan. Het was niet de eerste keer dat een vrouwelijk lid van het establishment verkiezingen helemaal om haar liet draaien, overtuigd dat ze zo korte metten zou maken met een populist die grote groepen mensen wist te enthousiasmeren door zijn integriteit, openheid en oprechtheid. Clinton had haar kunnen waarschuwen, ‘Hij doet me een beetje aan Bernie denken, en jullie hebben een minder rijke traditie van corruptie om hem de mond te snoeren.” Clinton zou gelijk hebben gehad. De Britse media is zeer neutraal tijdens campagneperiode, en dat gaf Corbyn kansen om zijn verhaal over te brengen, die hij maar al te graag benutte. Ondertussen was May onzichtbaar. #wherestheresa deed het goed.

Op 3 mei werd duidelijk dat het tij gekeerd moest worden, en haalde Theresa uit naar Brusselse politici, door te beweren dat zij probeerden de verkiezingen te verstoren. Zelfs the Guardian, weliswaar een linkse krant, maar zeer objectief en respectvol van de neutraliteitsregels die tijdens campagne gelden, noemde de beweringen “extraordinary”. De beschuldiging kwam nadat Juncker had laten weten een heel moeilijk gesprek met haar te hebben gehad in nr. 10.

De Labour manifesto, met begroting, werd positief ontvangen. De Torie manifesto, zonder begroting, schrok veel oude kiezers af en maakte duidelijk dat de conservatives hadden ingeschat dat hun stemmen een gegeven waren. Het werd niet beter toen prominente conservatives toegaven dat zij hier commentaar over zouden hebben gehad als hen inspraak was gegeven, en slechter toen May de plannen aanpaste op basis van populariteit, en vervolgens beweerde dat er niets veranderd was. Corbyn bleek een relateerbaar persoon, die zich al decennia lang zonder enige behoefte aan waardering inzet voor een betere wereld. May bleek stil te vallen bij vragen waarop het politiek tactische antwoord niet meteen in haar opkwam.

I don’t think I’m similar to any of the characters in Harry Potter, but they are a great read for adults as well as for children.

Theresa May
Premier & Partijleidster van de Conservatives

Corbyn klom steeds verder omhoog in de polls, en May zakte. Van de overweldigende 24 punten verschil waarmee de partijen begonnen bleef weinig over. Twee terroristische aanslagen, in Manchester en London, leken dat proces te zullen keren. Conservatieven zijn in de perceptie altijd sterker geweest op het gebied van law and order, en Corbyn’s pacifistische neigingen en principiële bezwaren tegen shoot-to-kill waren altijd al zwakke punten geweest voor de Labourcampagne. Toch was er ook veel kritiek op de conservatieven, onder wie het aantal agenten afgelopen jaren landelijk met 20.000 is afgenomen. May’s bereidheid om mensenrechten te schenden om harder op te kunnen treden tegen terroristen was voor sommigen een valide alternatief, maar gelukkig niet voor iedereen.

Op de dag van de verkiezingen leek het niet rooskleurig voor de Corbynites. Hoewel een redelijke opkomst van de jeugd niet onvoorstelbaar was, gegeven hoeveel spijt de groep had van hun afwezigheid bij Brexit referendum, en hoe weinig trek ze hadden in een groter schuldgevoel, betekende het bijna gelijke percentage stemmers weinig. Het districtenstelsel kon Labour nog steeds de nek omdraaien. Zij zouden stemmen delen met LibDems, Greens en de landelijke partijen van Schotland en Wales, terwijl de Tories vooral stemmers uitwisselen met de UK Indepedence Party, en daar was duidelijk nauwelijks iets van over. Het volk was UKIP dankbaar voor Brexit, maar beschouwden hun stukje in de politieke geschiedenis daarmee afgehandeld. De grote hoop was dat Theresa’s meerderheid minder dan 30 zou stijgen. Dat zou dermate slecht zijn ten opzichte van de verwachtingen op basis waarvan ze haar geen-verkiezingsbelofte had gebroken, zou de verkiezingen zo’n gedoe voor bijna niets maken, dat prominente conservatives hun messen zouden slijpen. De bookies gaven een “Et tu, Boris?”-moment een kans van 50 op 1.

En toen dus die exit poll waar David Dimbleby zo verbouwereerd over was. Maar meer dan dat: 72% van de jongeren bleek te hebben gestemd, ten opzichte van 69% van alle stemgerechtigden. Labour won Kensington, het gebied in London waar de vele musea te vinden zijn, en de rijkste constituency van het land. Sinds de Tweede Wereldoorlog is stemmen toename voor Labour nog nooit zo groot geweest. Ze hebben jong en oud verenigd; arm en rijk. Er is geen regio in het land meer die er hopeloos uitziet voor Labour. Vooral het totaalbeeld was opvallend prachtig – de conservatives zijn hun meerderheid kwijt. Er zal geluisterd moeten worden.

Helaas duurde de euforie niet al te lang. May kreeg toestemming van de koningin om een regering te vormen, en kijkt daarvoor naar de DUP, de Democratic Unionist Party van Noord-Ierland. Een restant van een protestantse extremistische beweging, bestaande uit klimaatsceptici en tegenstanders van LHBT-rechten, ten opzichte van wie de regering in Westminster neutraal zou moeten zijn volgens de Good Friday Agreement die zorgde voor een eind aan dertig jaar semi-burgeroorlog in Noord-Ierland. May heeft zich nu van hun steun afhankelijk gesteld voor haar meerderheid, en daarmee de grootste miscalculatie gemaakt in de Britse politiek sinds het uitroepen van de verkiezingen van de dag daarvoor. Dat is inderdaad niet lang geleden.

Ondertussen beginnen de Brexit-onderhandelingen eindelijk over een week. Dat wordt een tweejarig proces tijdens welke iedere dag 2000 jongeren in het Verenigd Koninkrijk 18 worden en 1500 ouderen sterven. Maar dat weerhield mijn volk er niet van om de Liberal Democrats voor gek te verklaren toen ze het voorstel deden dat er aan het eind van het proces over de Brexit Deal gestemd zou kunnen worden – datmaal niet op basis van speculatie, maar op basis van duidelijkheid over wat er met de beste intenties te bereiken viel.

Licht voor het oprapen

3 mei 2016, Te Gast artikel Leeuwarden Courant door Sebastiaan Wolswinkel

3 mei is de Werelddag van de Zon. Deze ster, ooit beter bekend als het oog van Ra, of Helios, was voor het overgrote deel van onze geschiedenis het meest imposante object waar wij nietige mensen mee in aanraking kwamen. Het brengt warmte, licht en leven, en wakkert onze fantasie aan. De gevoelens van ontzag waar deze vurige discus ons van doordrong leidden misschien wel tot het fenomeen ‘religie’.

Sindsdien hebben we echter onze eigen Verlichting gehad. We begrijpen dat de zon niets meer is dan een vrij stevig hoopje atomen, en daarmee is de mysterie verdwenen, maar het ontzag niet. Het branden van de zon is geen goocheltruc, waarbij de lol is verdwenen wanneer je het doek optilt. Het verhaal van de zon wordt alleen maar imposanter wanneer je doorziet dat het volgt uit een klein aantal stelregels die de realiteit bepalen:

De waterstofatomen in de kern van de zon staan door het enorme gewicht aan alle kanten onder zulke extreme druk dat ze niet anders kunnen dan fuseren. Wanneer dit gebeurt herordenen de fundamentele deeltjes zich en komt er een deeltje vrij dat zich een foton noemt – ons beter bekend als ‘licht’. De foton begint zich door het dichte plasma te worstelen, en na zo’n 100 millennia mag het resultaat er dan ook wezen: het oppervlakte van de zon is bereikt, en slechts het vacuüm ligt voor hem. Op hetzelfde moment duiken aan alle kanten naast hem meer fotonen op uit het plasma, en die zijn op hun beurt omsingeld. Het totale volume waterstof dat al die tijd geleden fuseerde was zo groot, dat de hele zon straalt. Een golf van licht rimpelt de ruimte in, en wordt onmiddellijk gevolgd door de volgende generatie fotonen, waardoor het licht dat de nabije kosmos overspoelt continu is. De fotonen waar het ons om te doen is hebben nog een reis van 150 miljoen kilometer voor zich waar zij 8 minuten over zullen doen. Ten minste, vanuit ons perspectief. Vanuit hun perspectief is er geen afstand meer te overbruggen en bereiken ze de aarde ogenblikkelijk – ook ruimte en tijd zijn nu eenmaal relatief.

Hiermee hoeft het verhaal echter nog niet op te houden. Het licht dat de aarde raakt is goed voor ongeveer 1 kW/m2. Dat betekent dat we met een totaal oppervlak ter grootte van het kleine Israël in al ‘s werelds energiebehoefte kunnen voorzien zonder fossiele brandstoffen, en de desastreuze gevolgen die met hun gebruik gepaard gaan. Deze fotonen begonnen 100.000 jaar geleden een missie om ons te redden. Wij hoeven slechts de panelen te plaatsen voor een gezonde wereld met goedkope energie. Wat een verhaal zou dat zijn.

Het verhaal wordt steeds geloofwaardiger. Nu al is zonne-energie in veel landen (o.a. Brazilië, Australië & de VS) goedkoper dan energie uit fossiele brandstoffen, en dat betekent dat een alsmaar groeiend deel van de wereld ook economische redenen heeft om de overstap van zwart naar groen te maken: helaas toch de doorslaggevende factor in onze maatschappij. Wat dit voor Nederland betekent, is dat vasthouden aan fossiel nu ook een stommiteit is in de taal die onze beleidsmakers begrijpen. Zelfs zij kunnen zich voortaan misschien vinden in de wens om onze thuisplaneet te behouden. Ik hoop het, want er moet iets veranderen. PINK! heeft genoeg van hun incompetentie, en voortaan gaan we dat duidelijker maken.

De vis wordt duur betaald

6 juni 2015, Te Gast artikel Leeuwarder Courant geschreven door Sebastiaan Wolswinkel

Oceanen zijn groot. Overweldigend groot. Oceanen beslaan zo’n 71% van het aardoppervlak, maar bevatten vanwege hun diepte bijna de hele leefomgeving van de planeet. Alles op het land en in de lucht, van de Himalaya tot de Amazone, van de Sahara tot de Veluwe, het is als niets vergeleken met de verborgen ruimte en verscheidenheid in het water. Dat wetende is het niet moeilijk in te zien hoe cruciaal oceanen zijn voor de gehele biosfeer. Dr. Andrew Rosenberg, directeur van de Centre for Science and Democracy, verwoordt het als volgt, “De oceanen zijn (…) de hart-longmachine van al het leven op aarde. En als de oceanen je niet interesseren, dan zeg je in weze: ‘Het maakt me niets uit wat er gebeurt met het leven op aarde’” (mijn vertaling, SW). Combineer dit blijkende belang met de inzichten die aan het ontstaan zijn over de mate waarin wij de oceanen momenteel kapot maken, en je hebt een uitstekende verklaring voor het bestaan van Wereld Oceanen Dag. Ik hoop de lezer tegen het eind van dit artikel te doen afvragen of een fractie van 1/365e van onze aandacht wel voldoende is.

Vier miljard jaar geleden ontstond het eerste leven diep in de oceaan, ver weg van de schadelijke UV-straling die gemakkelijk door de primitieve atmosfeer heen drong en het land blakerde. Gedurende lange tijd werd het land herbergzamer, en sommige soorten, waaronder onze verre voorouders, primitieve amfibiën, kozen ervoor het water te verlaten. Lange tijd evolueerden we vrolijk door, en ondertussen zijn we zo overtuigd van het feit dat het hier op het land fantastisch is, dat we iedere andere soort met alle geweld ook op het droge proberen te krijgen.

Met netten tot 60 km (half de afstand Leeuwarden-Amsterdam) lang schrapen we de zeebodem af om in de groeiende eetlust van de mensheid te voorzien. Tonijn, zeilvissen, haaien en vele andere grote soorten die niet frequent voortplanten worden ernstig bedreigd door de massale visserij. Een intercontinentale groep van 2000 wetenschappers, bekend als de census of marine life, geeft hard maar helder aan dat de oceanen in 2050 definitief kapot zullen zijn als de visserij zich op de huidige manier blijft ontwikkelen.

Er zou nauwelijks leven meer zijn om last te hebben van de mate waarin de oceanen verzuren, en dolfijn noch walvis zou nog bestaan om stress te ervaren door de geluidsoverlast van onze schepen. De vele tot-nog-toe niet ontdekte soorten zouden door ons toedoen uitsterven, en wij zouden geen idee hebben van de schade die we hebben veroorzaakt. Eerst omdat de ondoorzichtigheid van water ons heerlijk ontwetend zou houden, vervolgens omdat ook wij er niet meer zouden zijn.