Boer zijn is geen recht

Door Thijmen Fellinger

Steil achterover geslagen was ik, toen ik las over de uitspraak van Maxim Hartman op televisie in de talkshow van Renze Klamer. Op dinsdag 5 juli, in een gesprek tussen melkveehouder Dolf Heikoop en televisiemaker Maxim Hartman, liepen de gemoederen hoog op (AD).

[…] melkveehouder Dolf was nog niet klaar met het onderwerp en legde uit dat het voeren van een gesprek zinloos was. ,,We moeten gaan praten, maar er mag niet aan gesleuteld worden. Of tenminste: het plan mag überhaupt niet van tafel.”

Die woorden schoten bij Hartman in het verkeerde keelgat. ,,Jij zegt: die boeren moeten door. Maar dat is juist het punt, die boeren mógen niet door. Dat moet je accepteren, je moet je gewoon om laten scholen.” Volgens boer Dolf had Hartman geen idee waar hij het over had. ,,Als je dit durft te zeggen, weet je niet wat je zegt. Je hebt het over al onze bedrijven. Die laten we ons écht niet zomaar afpakken! Ik ben 100 procent boer. Ik weet niet beter dan dat ik boer wilde worden. En ik weet ook niet beter dan dat ik boer zal blijven.”

Hartman wees de melkveehouder er vervolgens op dat het ‘boer zijn geen recht is’. ,,Snap je dat? Waar komt dat idee toch vandaan?” […]

Een pijnlijke, maar ook bijzonder scherpe uitspraak, die ik nog niet eerder gehoord heb. Dat was het eerste wat er door me heen schoot. Ik begon me toen pas te beseffen hoe belangrijk deze stelling wel niet is. Ik was verbaasd dat ik hier niet eerder zo vrij over gedacht had. Waarschijnlijk was ik gevallen voor een van de vele dogma’s die de laatste tijd door bepaalde organisaties en groepen verspreid wordt (EenVandaag).

Boeren – of specifieker: veehouders – lijken het idee te hebben dat ze een permanent, fundamenteel en niet te compromitteren recht hebben om hun boerenbedrijvigheid uit te blijven oefenen. Daarmee wordt de plank van de huidige maatschappij totaal misgeslagen. Maar waarom is deze gedachte eigenlijk zo gek?

Een boerenbedrijf is een commerciële instelling, waarbij gebruik wordt gemaakt van privaat eigendom van vruchtbaar land om “producten” te cultiveren voor de verkoop op de markt. Op de middelbare school, en vaak nog eerder, leren kinderen dat bedrijven bestaan om geld te verdienen door producten aan consumenten te verkopen. Volgens het westerse (en in ieder geval, zoals door veel boeren toegejuichte rechtse) ideaal is vraag en aanbod hierbij bepalend. Producenten van hoeden, iPhones, geknipte kapsels, bloemkolen, auto’s, moedermelk en varkens bieden producten aan en verdienen daar geld aan, maar alleen wanneer daar vraag naar is.

Een kapperszaak als familiebedrijfje dat geknipte kapsels levert of een eenmanszaak die hoeden produceert en verkoopt, hebben consumenten nodig om geld te verdienen. Wanneer de maatschappij beweegt in een richting waarin alleen maar petten en ongeknipte haren in de mode zijn, zal de vraag naar hoeden en geknipte kapsels afnemen. De kapperszaak en hoedenverkoper moeten – inherent aan bedrijvigheid en ondernemersrisico – zich aanpassen aan de vraag van de markt, willen zij een goed inkomen blijven verdienen. Zijn ze niet bereid om petten of krultangen te leveren, dan kunnen ze inkomsten verliezen of zelfs failliet gaan.

Deze ondernemers hebben geen fundamenteel recht om exclusief hoeden en geknipte kapsels te blijven leveren. De overheid en de rest van belastingbetalend Nederland hebben geen verplichting om deze ondernemers te onderhouden in hun bestaan. Ook niet als hun persoonlijke voorkeur, idealen of geloofsovertuiging hen weerhouden om petten of krultangen te verkopen.

Waarom zouden boeren dat recht wél hebben? Waarom zou hardwerkend belastingbetalend Nederland, dat al veel geld direct en indirect uitgeeft aan het subsidiëren van uitbreidingen, schaalvergrotingen en de veel te dure auto’s en levensstijlen van boeren en hun bedrijven, dat tolereren?

Waarom zouden boeren het recht hebben om onevenredig veel stikstof uit te stoten terwijl daardoor aanzienlijk minder huizen gebouwd kunnen worden? De belastingbetaler leed al aan de woning- en de stikstofcrisis, en op de koop toe nu ook aan files (NOS) op de snelweg, getraumatiseerde politieagenten (NOS) en lege schappen in de supermarkt (NOS).

Niet alleen hebben boeren geen recht om de rest van de Nederlandse burgers te terroriseren, ze hebben ook geen recht hen van woningbouw of natuur te ontnemen, ze hebben geen recht om te parasiteren op de vele subsidies (NOS) en ze hebben geen recht om producten te produceren die een maatschappij misschien niet langer van ze verlangt.

Je hebt het recht om je om te laten scholen. Het recht om met je tijd mee te bewegen. Het recht om over te gaan naar een duurzame, biologische, transparante en door de markt gewenste toekomst te bewegen waarin jij, als boer, geniet van het werk wat je doet op het land terwijl je met een goed geweten Nederland voorziet van gezonde, lekkere, plantaardige, voedzame en duurzame producten waar je trots op mag zijn (NOS, No Shit Food).

Maar je hebt niet het recht om als groot veehouder door te blijven gaan met de onhoudbare, onduurzame en ongewenste conventionele boerenbedrijvigheid op kosten van de belastingbetaler.

Bronnen:

– AD, https://tinyurl.com/2p8jypnc

– EenVandaag, https://tinyurl.com/2rtdk2rw

– NOS, https://tinyurl.com/2fjv3upd

– NOS, https://tinyurl.com/4pnvuevh

– NOS, https://tinyurl.com/bdps68r7

– NOS, https://tinyurl.com/jrcyjfpf

– NOS, https://tinyurl.com/3h2yhyyz

– No Shit Food, https://tinyurl.com/bd9p47rt